Romantische meetkunde

En zo sta ik op een zondagmorgen met een notitieboekje en pen in mijn hand in het Zaartpark in Breda. Ik heb me heb aangemeld voor het Kadastraal Fenomenologisch Landmeetonderzoek geleidt door kunstenaar Bo Emmens. In de uitnodiging beschrijft Emmens het onderzoek als volgt: ‘U bent officieel opgeroepen voor het noodzakelijk uit te voeren landmeetonderzoek, ten einde het volledig en totalitair verstaan van de waarheid in al haar fenomenologische facetten, verscholen in het Nederlandse landschap, door middel van kadastrale, geologische en artistieke methoden van meten, betreffende het afgebakende gebied binnen het Bredase Zaartpark (oprichting ca. 1940) bekend onder de naam het ’49m2 project’, daar de markering een vierkant van zeven bij zeven meter beslaat…’ Ik ben heel erg benieuwd wat me te wachten staat want deze tekst maakt me niet veel wijzer.


2:03 Alle aardrijkskundigen aanwezig in 49m2
12:04 Alle cartografen aanwezig in 49m2
12:05 Alle meetkundigen aanwezig in 49m2
12:05 Cartograaf A gestart met vastleggen omtrek 49m2
12:05 Cartograaf B gestart met legenda
12:05 Cartograaf C gestart met schaalverdeling
12:06 Alle geschiedschrijvers aanwezig in 49m2
12:06 Meetkundige B heeft problemen met opmeten zijde 49m2  -medewerkers staan in de weg
12:06 Geldt ook voor meetkundige H


Als iedereen is aangekomen in het park krijgen we van Emmens een spoedcursus onderzoek doen die ons in staat zal stellen de 49 vierkante meter park volledig in kaart te brengen. Dit afgebakende stuk Zaartpark van zeven bij zeven meter is een project van kunstenaar Gerrit-Jan Smit die in 2016 met de Gemeente Breda afsprak dat ze de komende twintig jaar geen onderhoud meer doen op dit stukje grond. Emmens verdeelt de groep onder in meetkundigen; die alles binnen de 49m2 zullen opmeten en noteren, en specialisten te weten: cartografen, aardrijkskundigen en geschiedschrijvers. De cartografen krijgen de opdracht om de 49m2 visueel in kaart te brengen met potlood op een groot vel papier. De aardrijkskundigen gaan zich bezighouden met het nemen van bodemmonsters en het beschrijven daarvan. Samen met twee anderen wordt mij de taak van geschiedschrijver toebedeeld: wij gaan het hele onderzoek vastleggen en beschrijven. Allemaal zullen we een uur lang bezig zijn op de zeven bij zeven meter.


12:07 Geschiedschrijver A verplaatst zich
12:07 Aardrijkskundige C heeft grondmonster genomen
12:08 Aardrijkskundige C noteert metingen
12:08 Meetkundige G meet boomlengte vanaf grondhoogte
12:08 Aardrijkskundige B bekijkt grondmonsters
12:09 Aardrijkskundige A telt grassprieten in grondmonster
12:09 Meetkundige F meet afstand bord tot boom
12:09 Geschiedkundige C verplaatst naar zijde 49m2
12:10 Meetkundige  I meet omtrek boom
12:10 Cartograaf C tekent grondlagen
12:10 Hoofd Onderzoek verplaatst zich naar andere zijde 49m2
12:11 Aardrijkskundige C neemt 2e grondmonster
12:12 Cartograaf B valt bijna omver


De instructies zijn summier maar duidelijk en op het teken van Hoofd Onderzoek Emmens gaan we aan het werk. Het is dringen op de zeven bij zeven meter met 21 onderzoekers, regelmatig staat iemand een ander in de weg. Opvallend genoeg neemt de groep de taken uiterst serieus. Dit is ook op verzoek van het Hoofd Onderzoek; praten, lachen en gniffelen tijdens het onderzoek is niet toegestaan. De regels waar we ons aan moeten houden zijn strak, zo mag je je tijdens het onderzoek niet buiten de 49 vierkante meter begeven. Alleen in uiterste noodzaak is het toegestaan om het vak te verlaten door daarvoor het Hoofd Onderzoek om toestemming te vragen. Er zijn vaste tijden voor pauzeren en ieder dient te allen tijde de aanwijzingen van het Hoofd Onderzoek op te volgen.


12:12 Meetkundige B en F meten het diagonaal 49m2
12:13 Meetkundige J kijkt naar de lucht
12:14 Meetkundige B legt rolmaat neer
12:14 Hoofd Onderzoek verplaatst zich naar andere zijde 49m2
12:15 Hoofd Onderzoek verplaatst zich naar andere zijde 49m2
12:16 Meetkundige G loopt naar zijde 49m2 en uit vak
12:17 Meetkundige G keert terug in 49m2
12:17 Aardrijskundige A is klaar met grondmonster 1
12:20 Pauze


De titel van het onderzoek: Kadastraal Fenomenologisch Landmeetonderzoek is niet zomaar gekozen. Voor Emmens is het beroep landmeter verbonden met het romantische ideaal van een eerlijke onbevlekte vorm van wetenschap. Het kadaster staat daar voor hem symbool voor. Het is een nostalgisch verlangen naar tijden waarin alles meetbaar leek. In Nederland is elke centimeter grond in kaart gebracht en heeft een bestemming gekregen, niets is nog ongerept en wild. Maar kennen we het land daardoor ook helemaal? Is het eigenlijk wel mogelijk om door middel van meten en beschrijven alles in kaart te brengen? Hiermee haakt het project van Emmens prachtig in op dat van Gerrit-Jan Smit die een klein stukje grond probeert te onttrekken aan de regeldrang van de mens.


12:25 Geschiedschrijver A neemt positie in 49m2 in
12:26 Meetkundige B loopt door 49m2
12:27 Meetkundige K noteert
12:27 Cartograaf B valt opnieuw bijna
12:28 Hoofd Onderzoek verplaatst naar andere zijde 49m2
12:28 Cartograaf C tekent hoorbaar
12:29 Aardrijkskundige C bekijkt 2e monster
12:30 Meetkundige D meet rechte zijde 49m2
12:30 Cartograaf C tekent hoorbaar
12:31 Meetkundige E bekijkt vorderingen cartograaf C
12:31 Hoofd Onderzoek spreekt met twee voorbijgangers


Emmens gebruikt expres complexe woorden en zinnen om het verhaal van zijn onderzoek over te brengen. Het is de bedoeling dat de toehoorder moeite heeft om te begrijpen waar het over gaat en verdwaalt in een woud van terminologie. De woordkeuze komt voort uit de interesse die Emmens heeft in het uiterlijk van wetenschappelijk onderzoek. Voor zijn werk is het niet nodig en misschien zelfs niet gewenst dat de resultaten nuttig of bruikbaar zijn. Het werk levert commentaar op het idee dat een witte jas aantrekken, een bril opzetten en moeilijke woorden gebruiken voldoende is om geloofwaardigheid te geven aan misschien wel, verzonnen resultaten. Hoe goed dit werkt blijkt wel uit de gele bouwvakkershelm die Emmens draagt tijdens het onderzoek en die hem, in ieder geval voor de voorbijgangers voldoende geloofwaardigheid geeft. Als een van hen Emmens nieuwsgierig aanspreekt over wat er gaande is op de 49m2 en hij verklaart dat er een onderzoek uitgevoerd wordt, wordt dat aangenomen, hoewel de vrouw nog wel zegt: ‘Zo’n soort onderzoek heb ik nog nooit gezien.’


12:32 Meetkundige G met rechtopstaande grasspriet
12:32 Hoofd Onderzoek keert terug naar zijde vak
12:33 Aardrijkskundige A bekijkt 2e grondmonster
12:34 Geschiedschrijver B observeert Cartograaf C
12:34 Geschiedschrijver C telt alle onderzoekers
12:34 Meetkundige F staat naast geschiedschrijver A


Al tijdens zijn studie aan kunstacademie St. Joost raakte Emmens geïnteresseerd in de magie van het opmeten, en dan met name in het opmeten van abstracte begrippen. Samen met een vriend maakte hij uitgebreide plannen om de romantiek van een Engels dorpje op te gaan meten, nadat ze dat per toeval online hadden aangetroffen. Op advies van docenten begonnen ze als proef te meten in Breda, allebei met notitieboekje en meetlint. Het meten zelf legden ze vast op video. Na afloop kon hij de conclusie trekken dat het werk dat ze samen hadden gemaakt niet zozeer ging over de opgemeten stad maar over de vriendschap tussen hen twee. Ook na zijn studie bleef Emmens zich bezighouden met manieren om het onmeetbare te meten. In Zoetermeer stuurde hij mensen op pad met een onbegrijpelijk maar wetenschappelijk aandoend formulier om de buurt in kaart te brengen. Het achterliggende doel is altijd om beter te gaan kijken naar je eigen omgeving


2:35 Aardrijkskundige C noteert
12:36 Meetkundige F meet meetlint
12:36 Cartograaf A omlijnt tekening
12:37 Hoofd Onderzoek verplaatst zich naar andere zijde 49m2
12:38 Geschiedschrijver A verplaatst zich


Naast deze performatieve werken maakt Emmens tekeningen waarin hij zijn ideeën uitwerkt. Hij noemt zich sinds kort landschapstekenaar nadat hij zich realiseerde dat de overeenkomst in al zijn werken het landschap is. In zijn tekeningen is Emmens vooral bezig met het lelijke en onooglijke landschap, anders dan de Nederlandse landschapschilders die zich richtten op de schoonheid en weidse luchten. Toch beschouwt Emmens zich ook als een romantische landschapstekenaar; gevoel speelt een enorme rol in zijn werk. Hij voelt zich aangetrokken tot mensen die alles weten over een bepaalde omgeving en die op hun duimpje kennen. Zo iemand is de kunstenaar die al jaren het Zeeuwse landschap tekent en van wie Emmens leerde dat het in het tekenen gaat om één te worden met het landschap en te genieten van het maken.


12:38 Meetkundige K meet stam boom
12:39 Geschiedschrijver C hurkt
12:39 Meetkundige C noteert in lange strepen
12:30 Meetkundige K steunt met hoofd in hand
12:40 Pauze


De nadruk op romantiek lijkt op het eerste gezicht tegengesteld aan het idee van wetenschappelijk onderzoek maar het werk van Emmens weet deze twee begrippen op een mooie manier te verenigen. Door, in het geval van Emmens, oliepastels over het papier te laten gaan komt er naast een weergave van wat er te zien is ook altijd nog iets extra’s in het werk terecht, de blik van de maker, ofwel het gevoel. Hiermee is tekenen te beschouwen als een vorm van opmeten: het gevoel opmeten. Het tekenen verenigen met wetenschap gaat ook over het idee van orde scheppen in de chaos. Tekenen was een van de eerste manieren om te communiceren, een ander iets uit te leggen, om ideeën en begrippen over te brengen.


12:50 Hervatten werkzaamheden
12:51 Geschiedschrijver A neemt nieuwe plek in
12:52 Cartograaf B gebruikt rug aardrijkskundige B om op te tekenen
12:53 Cartografen A, B en C werken naast elkaar
12:54 Meetkundige F kijkt naar voorbijgangers


Naast romantiek is lulligheid is een belangrijk element in het werk van Emmens. Lulligheid gaat over grappig en dommig zijn maar is volgens Emmens tegelijkertijd ook kwetsbaar en oprecht. Het echte leven heeft vaak veel lulligheid. En lullig voelen we ons als deelnemers aan het onderzoek zeker. Op houten banken eten we tijdens de pauze een meegebracht boterhammetje uit een broodtrommel en krijgen we soep uit een thermosfles. Ook tijdens de pauze wordt er niet gesproken. Er zijn regelmatig momenten waarop de onderzoekers moeite hebben om in hun rol te blijven. Toch overheerst het gevoel dat we samen aan iets werken en juist de onmogelijkheid om te praten draagt hieraan bij. Hoewel niet iedereen elkaar even goed kent schept het samenwerken in dit vreemde onderzoek een band. Iedereen is dan ook serieus met de gestelde taak bezig en aan het einde van het onderzoek hebben we een grote hoeveelheid data verzameld.


2:54 Hoofd Onderzoek wordt door voorbijgangers aangesproken met ‘opzichter’
12:55 Geschiedschrijver B verplaatst zich
12:56 Meetkundige G loopt naar zijde en verlaat 49m2 voor gesprek met Hoofd onderzoek
12:57 Meetkundige D laat pen vallen
12:57 Aardrijkskundige B controleert stevigheid grond midden 49m2


Maar hoe hard ik ook schrijf, het lukt me niet om alle gebeurtenissen in één uur op te schrijven, al is het alleen maar omdat het niet mogelijk is om alle andere onderzoekers tegelijk in de gaten te houden. Mijn weergave van een uur onderzoek doen is dan ook beperkt door mijn standpunt, mijn snelheid van schrijven en mijn twee ogen. Dit doet me denken aan het werk van filosoof Maurice Merleau-Ponty die zich bezighield met fenomenologie; de directe en intuïtieve ervaring van fenomenen. Merleau-Ponty was van mening dat we de werkelijkheid alleen kunnen leren kennen door de waarneming maar dat die waarneming altijd gebonden is aan het lichaam. Ons lichaam bepaalt hoe wij de wereld kunnen zien en door die beperking zal er daarom ook altijd een deel zijn dat we niet kennen. De kunst is er volgens Merleau-Ponty om een visueel bestaan te geven aan dat wat we niet via het gewone zien kunnen waarnemen.


12:58 Meetkundige A stopt notitieboek weg
12:59 Hoofd Onderzoek verplaatst naar andere zijde 49m2
12:59 Meetkundige I vouwt meetlint op
13:00 Einde onderzoek


Ondanks dat iedere grasspriet op de 49m2 is opgemeten weten we eigenlijk nog niet veel meer over het stukje grond. Het werk van Emmens in het Zaartpark gaat over de onmogelijkheid om de wereld in kaart te brengen. Het romantische idee van wetenschap is de veronderstelling dat we met het verzamelen van zoveel mogelijk informatie de waarheid kunnen vinden over ons bestaan. De wetenschap is lang voorgesteld als de enige onafhankelijke manier om de wereld te beschrijven. Maar hoe onafhankelijk is de wetenschap eigenlijk? De realiteit blijkt oneindig veel complexer dan mensen hadden kunnen vermoeden. Zijn andere manieren niet veel beter geschikt om de wereld te beschrijven? Ik denk dat het die vraag is die Emmens in zijn werk stelt. Is de kunst, die heel erg uitgaat van subjectiviteit en gevoel, niet een veel betere manier om onze werkelijkheid te begrijpen? Hoe doen we dat dan en vooral ook, hoe doen we dat samen?

Ruth de Vos – april 2024