Een roze luchtkasteel
In de herfst van 2024 heeft beeldend kunstenaar Marloes Vreeswijk beschikking over een grasveld van 49m2 in het Zaartpark in Breda. Op dit grasveld mag ze alles doen, er gelden geen regels. Dat is zo afgesproken met de gemeente Breda, die in 2016 een overeenkomst sluit met kunstenaar en oprichter van de 49m2 Gerrit-Jan Smit. Binnen het stuk grond van 7 x 7 meter mag iedereen ingrijpen, behalve de plaatselijke overheid. De vrijheid die geldt op het grasveld ondervindt Marloes aan den lijve: tijdens de werkperiode worden haar experimenten weggehaald uit het Zaartpark. Wat volgt is een uitgebreide zoektocht naar de ontvreemde kunstobjecten en een werkperiode waarin ze de vragen die centraal staan in haar kunstpraktijk dieper onderzoekt.
Pigmenten in het gras
Voordat Marloes aan de werkperiode in het Zaartpark begint, heeft ze veel nagedacht over haar plan. Toen ze zich aanmeldde voor de residency, zo’n twee jaar geleden, wilde ze precies op het vlak van 49m2 een roze kasteel bouwen. In de tijd tussen haar aanmelding en de start van de residency heeft haar kunstpraktijk zich echter verder ontwikkeld, waardoor het initiële plan niet meer helemaal aansluit op haar huidige kunstpraktijk. Marloes besluit daarop haar oorspronkelijke plan aan te passen en iets anders uit te proberen. Ze gaat verven met het gras.
Het nieuwe idee luidt als volgt: ‘Ik wil de ondergrond van de 49m2 vangen met pigmenten op basis van de weersomstandigheden.’ Met behulp van pigmenten die ze uitstrooit over het gras, hoopt ze een afdruk van de grond te creëren. Dat doet ze door op een frame van 1 bij 1 meter een ongebleekt katoenen doek te spannen en onder het doek pigmenten te strooien op het gras. Daarna duwt ze het frame met het doek over het gras en de pigmenten heen zodat deze onder invloed van de weeromstandigheden het katoen en de grond kleuren. Daarnaast heeft ze op een groot doek pigmenten uitgestrooid, dat opgevouwen en in een gat in de grond gestopt zodat ook hier de elementen hun werk kunnen doen. Ze hoopt dat er vocht bij de doeken en pigmenten komt, zodat er kleurrijke patronen op de doeken ontstaan. De afdrukken die na het experiment overblijven op het doek wil ze later verwerken tot een getuft wandkleed in dezelfde kleuren.
Nadat Marloes alle doeken heeft geplaatst op het grasveld, moet ze wachten op de eerste resultaten. Zo ver is het alleen nooit gekomen. Als ze twee weken later terugkeert om de experimenten te bekijken, blijkt dat alles is weggehaald. Er is geen doek meer te bekennen op de 49m2. Slechts de contouren van het vierkanten frame en een zweem van roze pigmenten zijn nog zichtbaar in het gras. Verder is er niets meer. In eerste instantie overheerst de teleurstelling over het ontbreken van haar experimenten op het 49m2-grasveld. ‘Maar,’ vertelt Marloes, ‘toch was ik niet verbaasd dat het weg was. Ik vind het wel jammer, maar ik ben er niet boos over. Wat me vooral bezighoudt is de realisatie dat ik als kunstenaar zelfs deze plek die ik toegewezen heb gekregen, niet mag innemen. Wat je als kunstenaar maakt is blijkbaar in de ogen van anderen toch een soort troep die opgeruimd moet worden. Ik blijf me afvragen: als er zelfs hier op dit grasveld geen ruimte is voor mijn werk, waar dan wel?
Een wit opgespannen doek van 1 x 1 meter is in het gras gezet met allerlei pigmenten tussen het gras en het doek.
Crime Scene Investigation
Zodra ze erachter komt dat haar experimenten zijn gestolen, besluit Marloes zich niet uit het veld te laten slaan. Ze heeft goede hoop dat haar werk zich nog ergens in de omgeving van het grasveld bevindt. Wie weet heeft iemand de werken ‘opgeruimd’ en weggegooid in een prullenbak. Samen met haar vriendin doorzoekt ze het gehele Zaartpark in de hoop een spoor van haar doeken te vinden. Elke vierkante centimeter wordt uitgekamd. Maar als ze na een paar uur zoeken nog steeds niets gevonden hebben geven ze de hoop op. Ze stappen in de auto en gaan op weg naar huis.
Eenmaal onderweg denkt Marloes vanuit het autoraam in het naastgelegen park ineens iets te zien dat op haar onderzoek lijkt. Er ligt een wit frame met een wit-roze doek in de parkvijver. De auto wordt met spoed gekeerd en de zoektocht naar de verdwenen experimenten wordt direct hervat. Gewapend met rieten matjes en een ballenwerper, maar zonder hond, lopen ze door de struiken richting het water. Tijdens de wandeling wordt het reddingsplan besproken. Wie gaat er het water in als blijkt dat de gespotte objecten echt de experimenten van Marloes zijn? En hoe komt diegene het water weer uit? Zodra ze bij de vijver aankomen en de spullen die in het water liggen van dichterbij kunnen bekijken, slaat de hoopvolle stemming wederom over in teleurstelling. Wat blijkt: er ligt een felgekleurde Ola parasol in het water. De heldhaftige reddingsoperatie ten spijt, het onderzoek van Marloes is nog steeds niet terecht. Onverrichter zake keren ze terug naar huis. ‘It’s a sad story,’ aldus Marloes.
In de dagen erna zoekt Marloes naar een manier om te reageren op de diefstal. Ze wil een tegenreactie organiseren, iets doen dat duidelijk maakt dat de 49m2 een plek is voor kunstenaars. ‘Ik wilde opkomen voor de kunstenaars,’ legt ze uit. Zo overweegt ze om de twee ontbrekende paaltjes die het vierkant van 7 bij 7 meter omkaderen terug te zetten. Rood lint spannen rondom het veld behoort ook tot de mogelijkheden. Maar uiteindelijk besluit ze om af te zien van een tegenreactie. ‘Ik wilde het canvas van de volgende niet gladstrijken. Ik wilde de ruimte blijven delen zoals die was en het canvas weer blank achterlaten.’ Een belangrijke motivatie voor deze keuze is haar realisatie dat ze niet permanent ruimte hoeft in te nemen. ‘Zoveel ruimte wil ik niet innemen. Dat vind ik getuigen van een soort mannelijke energie waar ik niet aan bij wil dragen.
Het stuk 49m2 in september 2024 toen de werkperiode van Marloes Vreeswijk begon.
Blijven geloven in wonderen
De diefstal van de experimenten zorgde ervoor dat de werkperiode van Marloes heel anders liep dan ze van tevoren had gedacht en gehoopt. Toch heeft ze de initiële teleurstelling weten om te buigen naar een innerlijke conversatie over zichzelf en haar kunstenaarschap. ‘Omdat mijn werk weggehaald is, dat voorval, dat heeft mij heel erg laten nadenken over mijzelf, mijn kunst en mijn kunstenaarschap. Ik ben in mijn werk altijd bezig met de kwestie van ‘ruimte innemen’. Welke ruimte mag ik innemen? En hoe kan ik me de ruimte eigen maken? Waar mag ik zijn? Ik vond het daardoor bijna typisch dat dit gebeurde, de werkperiode werd van een fysiek experiment een conversatie over ruimte en ruimte innemen.’
Het gesprek dat Marloes en haar vriendin voeren tijdens de reddingsoperatie is door Marloes vastgelegd in een video. Ze heeft het uitgewerkt tot een script dat nu de basis vormt van het denkproces over haar eigen werk. Een van de spreuken die voortkwam uit het gesprek luidt: at least we still believe in miracles. Marloes legt uit: ‘Dat vind ik heel typerend voor mij, voor mijn werk en voor hoe de 49m2 is. Ik geloofde echt dat ik op de 49m2 mijn eigen plek mocht innemen en dat ik daar als kunstenaar mezelf kon zijn. Terwijl ik uiteindelijk heel snel merkte dat ik ook daar, op ‘mijn’ 49m2, de ruimte moest delen.’ De hoop die Marloes voelde toen ze hoorde dat ze een heel grasveld voor zichzelf had en tegelijkertijd de tragiek van de onwaarheid van deze gedachte, zitten voor haar verborgen in de Engelse spreuk.
De tweestrijd tussen Marloes’ hoopvolle instelling als kunstenaar en de vaak harde realiteit, is een rode draad in haar werk. Er is een constant gevecht gaande tussen Marloes de maker en Marloes de burger. Als maker leeft ze in die droomwereld waarin ze het goede verwacht; het is een roze kasteel in een positieve, vrouwelijke wereld vol glitters. De burger in haar voelt de neerslachtigheid van de mensen; de harde werkelijkheid waarin weinig plek is voor kunst en verbeelding. Dat juist de grenzen van het grasveld dat symbool stond voor de positieve glitterwereld van Marloes – de plek waar haar kunst mocht zijn en waar ze ruimte mocht innemen – overschreden zijn heeft haar aan het denken gezet. ‘Mijn makerschap is heel breed, maar de kern is wel altijd hetzelfde. Het is een zoektocht naar ruimte. Ik heb de kernvraag nu onderzocht op een heel andere manier dan dat ik het in eerste instantie letterlijk had willen doen. Het is een filosofisch onderzoek geworden dat nog steeds in gang is. De vragen zijn nog niet beantwoord, dat hoeft ook niet. De weg ernaartoe is het werk.’ Aan het einde van haar werkperiode presenteert Marloes dus geen afgerond kunstwerk. In plaats daarvan heeft ze de kern van haar kunstenaarschap en de positie die ze als kunstenaar inneemt onderzocht. De zoektocht zelf is voor haar de ruimte die ze zoekt; altijd in beweging, nooit af.
Door Charlotte Fijen, december 2024