In een tijd waarin de fysieke en digitale wereld onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, is de vraag hoe kunst deze hybride ruimte inneemt relevanter dan ooit. Het residencyproject Digital Explorers van Witte Rook biedt kunstenaars de kans om deze complexe wisselwerking te verkennen.

Voor Studio KASBOEK – bestaande uit Cathalijne Postma (1981), Debbie van Berkel (1980) en Jojanneke Postma (1983) – bood deze digitale residentie een kans om retrospectief onderzoek te doen naar een project waar ze in 2022 mee zijn gestart. In gesprek met hedendaagse kunsthistorica Nina Knaack laten Cathalijne, Debbie en Jojanneke hun licht schijnen op ontwikkelingen en inzichten die de residentie hen bracht.


The Imaginary Entity [i] (2022-2024)

De kunstenaars gebruikten de residencyperiode van twee maanden (oktober en november 2024) om hun project The Imaginary Entity [i], waarin het grensgebied tussen droom en werkelijkheid centraal staat, verder te onderzoeken en te verdiepen. Dit project is een onderzoek naar “die ene seconde voor het ontwaken” – dat liminale gebied waar dromen en werkelijkheid elkaar ontmoeten. “We hebben ons altijd aangetrokken gevoeld tot dat vluchtige moment,” legt Jojanneke uit. “Het is een moment van transitie, waarin herinneringen kunnen worden herschreven en realiteiten kunnen worden vervormd. Alles wat snel vervaagt, wat vergankelijk is, proberen wij juist te vangen, te benoemen en te visualiseren.”

De eerste fase van het project werd gestart tijdens een residency in 2022, in het Vincent van GoghHuis in Zundert. “In de omgeving waar Van Gogh ooit werkte is het concept voor The Imaginary Entity [i] ontstaan, waarbij het idee van ‘intuïtief werken’ onze inspiratiebron vormde,” vertelt Debbie. Het kunstenaarscollectief onderzocht daarbij naar de mogelijkheden van AI om als het ware met Van Gogh te communiceren. Debbie: “AI-technologie stond destijds echter nog in de kinderschoenen en daarom bestond het tussenresultaat van The Imaginary Entity [i] uit werken waarin fysieke en digitale elementen gecombineerd werden.”

In 2023 is het collectief verder gegaan met het project en lag de focus op het verankeren van het concept, het maakproces aanscherpen, en het uitbreiden van de serie werken. Deze fase werd afgesloten met een tentoonstelling in Amsterdam, waarbij de presentatie bestond uit een overzicht van digitale werken, uitsluitend getoond op schermen in een fysieke galerie. “Dit gaf een totaal andere ervaring van een expositie,” zegt Cathalijne. “Maar hoewel er geen fysiek werk tentoongesteld werd, was er wel de persoonlijke aanwezigheid van ons als makers.”

In de residency met common.garden kon Studio KASBOEK nog een stap verder gaan door retrospectief onderzoek te doen en het project uitsluitend in het digitale domein te presenteren als een digitale publicatie. De studiokasboek.common.garden omvat videokunstwerken, inspiratiemateriaal, teksten, achtergrondinformatie, wetenschap, technologie en filosofie. Jojanneke: “Hierdoor is het mogelijk om als bezoeker zowel het proces als de presentatie van het project zelf nader te bestuderen door onze caleidoscoop.”

Screenshot common.garden Studio KASBOEK


Een virtuele onderzoeksruimte

Door het proces van The Imaginary Entity [i] te tonen in the common.garden, wordt zichtbaar wat er binnen Studio KASBOEK in de afgelopen twee jaar is gebeurd. “In die tijd is AI-technologie enorm geëvolueerd, wat ons nu hielp om verdere stappen in ons denken te zetten, onze manier van maken te herzien en het eerder intuïtieve werkproces beter te duiden,” zegt Cathalijne. Met behulp van AI heeft het collectief Van Gogh artificieel tot leven gebracht en kan het een dialoog aangaan met zijn creatieve geest. “Technologie geeft ons de ruimte om zijn innerlijke wereld op diepgaande wijze te verkennen en om vervolgens zijn visie en onze eigen interpretaties samen te brengen.”

Tijdens Digital Explorers doken de kunstenaars daarmee verder in Van Goghs werk en woorden. “Zijn beschrijvingen van licht en kleur, vormen de kern van onze fascinatie voor hem. Hij zag de wereld op een manier die grensde aan het transcendente, en dat sluit aan bij onze fascinatie voor perceptie,” zegt Cathalijne. Het was de kracht van Van Goghs woorden in de brieven aan zijn broer Theo wat de kunstenaars vooral raakte. “Die woorden zijn bijna net zo expressief als zijn schilderijen”, zegt Debbie. “Het gaf ons een intieme inkijk in zijn kunstenaarschap, zijn obsessie met kleur en zijn drang om te creëren.” stelt Jojanneke. Cathalijne vertelt verder: “In een brief uit juni 1888 beschrijft Van Gogh de sterren als groen, geel, wit en roze – helderder dan diamanten in de diepe blauwe nacht. Die beeldende taal is zo rijk en poëtisch dat we er meteen een visuele vertaling bij voelden. Het sluit ook perfect aan bij ons doorlopende onderzoek naar licht en materie.”

The Imaginary Entity [i] heeft zich nu ontwikkeld tot nieuwe werken met de nadruk op wat de kunstenaars hebben samengebracht door de verschillende fases heen. “Schilderkunst mag dan gedateerd zijn, maar de ideeën en zeggingskracht van Van Gogh niet. Hij dacht na over zijn plek in de wereld, en hoe hij die kon innemen. Van Goghs beschrijving van sterren en onze digitale interpretatie ervan zijn eigenlijk twee kanten van dezelfde medaille: het gaat om de schoonheid en bijzonderheid van het leven, en hoe we dat steeds opnieuw kunnen herinterpreteren,” zegt Jojanneke.

Deze continue herinterpretatie kon juist in een digitale omgeving als de common.garden zo goed plaatsvinden – het vormde niet alleen een plek voor presentatie, maar ook voor reflectie. “De common.garden heeft ons laten zien hoe digitale kunst kan functioneren in een virtuele ruimte, maar het heeft ons ook wederom laten nadenken: hoe presenteer je digitale kunst op de beste manier? We hebben dan nu onze ‘digitale tuin’ vol met beelden en woorden, maar we zijn geïnteresseerd in waar het fysieke en digitale elkaar dan ontmoet. Uiteindelijk heb je namelijk toch menselijke makers en bezoekers die op een bepaalde manier en op een bepaalde plek interactie met elkaar aangaan.”

Screenshot common.garden Studio KASBOEK


Digitaal en fysiek & Fysiek en digitaal

De online opening van de common.garden gaf nieuw inzicht over de relatie tussen het tonen van digitaal werk en het tegelijkertijd aanwezig zijn van online bezoekers op het platform. “Het mooie was dat bezoekers op hun eigen tempo konden verkennen en lezen en eigenlijk zelf een pad konden ‘bewandelen’ op basis van waar hun interesse lag,” zegt Jojanneke. “En vervolgens kan nu ook nog op elk moment van de dag iedereen weer terug inloggen om andere delen ontdekken of op zoek gaan naar verdere verdieping.”

De interactie in de chat bleek een extra dimensie en waarde aan de online opening te geven. “Normaal gesproken praat je op een fysieke opening misschien met één of twee mensen per keer en vertel je vaak hetzelfde verhaal, maar nu konden we met een hele groep tegelijk in gesprek,” reflecteert Jojanneke. Cathalijne vult aan: “En er gaat snel veel verloren in geschreven woorden. Intonatie en nuances zijn moeilijk over te brengen in de teksten over ons werk en juist daarom is het belangrijk om als kunstenaar actief deel te nemen en context te bieden. Het maakt de ervaring levendiger en helpt bezoekers om het werk beter te begrijpen.”

Een ander inzicht was dat de digitale ruimte sommige mensen juist over een drempel heen hielp. Het is prettig voor mensen die liever vanaf de zijlijn meekijken, zonder verplicht te zijn actief deel te nemen. Die anonimiteit verlaagt de sociale druk die je bij een fysieke opening soms voelt, en dat kan ervoor zorgen dat meer mensen zich verbonden voelen met het werk,” zegt Debbie.

The Imaginary Entity [i] is in de residencyperiode aldus op verschillende wijzen nader onderzocht en herzien. Van de eerste residency op locatie in Zundert tot aan de online residency op het common.garden platform heeft Studio KASBOEK daarmee veel verkend op digitaal gebied. Dit alles gaat nu resulteren in een fysieke catalogus. “Het digitale en het fysieke blijft een fascinerend samenspel voor ons,” zegt Cathalijne. “Het is voor ons geen kwestie van óf-óf, maar van én-én. Want het staat altijd in verbinding met elkaar, hoe je het ook wendt of keert.”


Een plek voor verwondering

Als Digital Explorer heeft Studio KASBOEK de mogelijkheden van het digitale als medium en als presentatieplek verder verkend. Jojanneke vat samen: “Voor ons is kunst een manier om de wereld te begrijpen, maar ook om verwondering te creëren. Die verwondering zit in alles wat we doen, van Van Goghs sterrenhemel bestuderen en op onze eigen manier visualiseren tot de digitale ruimte van common.garden inrichten met teksten en (bewegende) beelden. Het is een eindeloze zoektocht en ons werk is een levende collage: een samenkomst van gedachten, kleuren en vormen. Juist in de common.garden konden we dit zo goed toepassen door voortdurend nieuwe dingen te testen. Het was een groot speelveld aan mogelijkheden en gaandeweg werd vanzelf duidelijk waar de focus moest komen te liggen.”

Cathalijne concludeert: “Deze residency heeft ons geholpen om onze eigen praktijk nog beter te begrijpen. We hebben geleerd dat onze kracht ligt in het verbinden van tegenstellingen: fysiek en digitaal, wetenschap en intuïtie, verleden en toekomst. We leven in een tijd waarin alles met elkaar verweven is. Ons werk weerspiegelt die complexiteit. Het gaat om het leggen van verbanden en het creëren van nieuwe perspectieven. Dat spanningsveld is precies waar ons werk ontstaat.”

Een fysieke catalogus van The Imaginary Entity [i] wordt in 2025 uitgebracht, als een tastbaar naslagwerk van het gehele project wat uitgespreid is over meer dan twee jaar. De common.garden vormt de digitale tegenhanger en aanvuller.

Screenshot common.garden Studio KASBOEK